20071214 Nu.nl
| Deze tekst of dit mediabestand is op deze website geplaatst met een beroep op het citaatrecht, en heeft tot doel de geschiedenis van de Wikimedia projecten vast te leggen. Zie ook het mediabeleid.
This image or other media file refers to the quotation law (citaatrecht) in The Netherlands and Belgium. This is not the same as fair use, but probably it can be placed under this license in the United States and other countries with a fair use policy. |
Bron: http://z.nu.nl/tabid/136/hmod/detail/news_id/2000350119/pr/1173269/u/98/type/portal/default.aspx
Google begint Wikipedia-concurrent
uitgegeven 14-12-2007 16:13
AMSTERDAM - Google lanceert binnenkort een concurrent voor internetencyclopedie Wikipedia. Toch is 'Knol' niet helemaal vergelijkbaar met de openbare kennisbank. Google lichtte het initiatief donderdag toe op het bedrijfsweblog.
'Knol', dat volgens het bedrijf staat voor 'knowledge' (kennis), moet uitgroeien tot een soort online encyclopedie met informatie over alle denkbare onderwerpen. In tegenstelling tot het bekendste naslagwerk op internet, Wikipedia, is het echter niet de bedoeling dat iedereen alle artikelen kan bewerken.
Auteurs plaatsen hun bijdrage, en blijven verantwoordelijk voor de tekst. Wel kunnen bezoekers commentaar, correcties of aanvullingen aandragen, vragen stellen, artikelen recenseren of er een waardering aan toekennen. Via het weblog van Google is een voorbeeld te bekijken.
Auteurs
Volgens Google moeten de auteurs van artikelen op Knol een prominente positie krijgen. Bij Wikipedia zijn de auteurs van lemma's doorgaans betrekkelijk anoniem, maar op Knol worden ze juist nadrukkelijk genoemd, eventueel voorzien van een beknopte biografie. Dat maakt het voor gebruikers gemakkelijker om de deskundigheid van de schrijver te beoordelen.
Als auteurs daar mee instemmen, wil Google rond de artikelen advertenties plaatsen. De schrijver deelt dan 'substantieel' mee in de opbrengsten, zo meldt het bedrijf.
Knol wordt op dit moment door een selecte groep genodigden getest. Wanneer de site voor een breder publiek beschikbaar komt, is nog onduidelijk.
(c) NU.nl/Wieland van Dijk