20080911 De Pers

Uit Wikimedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Deze tekst of dit mediabestand is op deze website geplaatst met een beroep op het citaatrecht, en heeft tot doel de geschiedenis van de Wikimedia projecten vast te leggen. Zie ook het mediabeleid.

This image or other media file refers to the quotation law (citaatrecht) in The Netherlands and Belgium. This is not the same as fair use, but probably it can be placed under this license in the United States and other countries with a fair use policy.

Bron: http://www.depers.nl:80/economie/243132/De-massa-weet-het-beter.html

Crowdsourcing

De massa weet het beter

Door: Remco Tomesen
Gepubliceerd: woensdag 10 september 2008 23:56
Update: donderdag 11 september 2008 11:45

Steeds vaker bedenken niet de eigen medewerkers, maar internetters een nieuw product of marketingcampagne. TNT, Nuon, Nationale Nederlanden en de Rabobank zijn Nederlandse bedrijven die doen aan crowdsourcing, het uitbesteden aan de massa.

Bedenk een windmolen om van te houden! Dat is de oproep die energiebedrijf Eneco plaatste op Battle of Concepts, een website waar bedrijven vragen stellen aan ‘de massa’. Eneco koos de beste ideeën uit voor een nieuw ontwerp van grotere windmolens, en verdeelde 5.000 euro onder de inzenders. Ook Prins Petfoods ontdekte een wereld buiten de eigen ontwerpafdeling. Het diervoedingsbedrijf vroeg volstrekte buitenstaanders om een ontwerp voor een nieuwe verpakking te bedenken.

Het zijn twee voorbeelden van Nederlandse bedrijven die doen aan crowdsourcing, een term bedacht door Jeff Howe, een Amerikaanse schrijver en journalist voor het toonaangevende technologieblad Wired. De term is een combinatie van crowd (massa) en outsourcing (uitbesteden). Oftewel: uitbesteding aan de massa.

Die massa zijn alle inwoners van de wereld met een internetverbinding, ongeveer een miljard mensen. En die massa is heel divers. Ze bestaat uit wannabee T-shirt-ontwerpers, amateur chemici met een laboratorium op zolder en fanatieke fotografen. Mensen met een passie, die ze niet kwijt kunnen in hun dagelijkse werk als accountmanager voor een bank of receptionist bij een hotel.

Zeker in Europa en de Verenigde Staten is die groep mensen met een onbenut talent groot, schrijft Jeff Howe in zijn vier dagen geleden uitgebrachte boek Crowdsourcing, waarmee hij in Amerika al veel aandacht trok. Die groep talentvolle mensen wordt alleen maar groter omdat het aantal hoogopgeleiden wereldwijd al jaren aan het toenemen is. Maar deze hbo’ers en academici komen vervolgens terecht in banen die juist heel specialistisch zijn. Als je maar een klein deel van je talent en kennis in je dagelijkse werk kwijt kunt, leidt dat tot frustratie.

Dat er heel veel onbenutte hersencapaciteit is, kwam voor het eerst groots aan de oppervlakte bij de opkomst van Wikipedia. Miljoenen mensen hebben samen de artikelen voor deze online encyclopedie geschreven. Niet omdat ze er een beloning voor krijgen, maar omdat ze hun kennis over Johann Sebastian Bach, de geschiedenis van Mongolië of Suske en Wiske graag met de wereld willen delen.

Het ‘samen bouwen en maken model’ voor Wikipedia is op zijn beurt ontstaan in de computerwereld. Zo is besturingssysteem Linux tot stand gekomen door gezamenlijk werk van duizenden programmeurs uit alle delen van de wereld.

Bedrijven zijn dus zeker niet de ontdekkers van crowdsourcing. Ze kopiëren wat in de anarchie van internet is ontstaan. Er is ook een belangrijk verschil met het Wikipedia-model: bedrijven betalen bedenkers van goede ideeën. Amerikaanse bedrijven leggen zelfs flinke bedragen neer. Colgate-Palmolive vroeg de 140.000 leden van de website InnoCentive een oplossing te bedenken voor een tandpastaprobleem. Het bedrijf betaalde 25.000 dollar aan een man die een nieuwe manier bedacht om fluor in een tube te stoppen. Ook Boeing en Procter & Gamble plaatsen problemen op InnoCentive; zij betalen de oplossers tussen de 10.000 en 100.000 dollar.

Brainstorm

Colgate-Palmolive nam het idee van de internetter letterlijk over. Eneco gaat het winnende ontwerp voor een windmolen niet een-op-een bouwen. ‘De winnende ontwerpen waren heel creatief’, zegt Cor de Ruyter van Eneco. ‘We gebruiken onderdelen ervan voor het definitieve ontwerp.’ Wie een idee inlevert, moet bij Battle of Concepts overigens afstand doen van het intellectueel eigendom.

‘Bedrijven gebruiken de ideeën vooral in de brainstormfase’, zegt Joost Dekkers, man achter Battle of Concepts. ‘Ze vinden het fijn om bij het ontwerp te kunnen starten met een stapel plannen.’

Wat bedrijven volgens Dekkers vooral fijn vinden, is dat buitenstaanders vaak met compleet nieuwe invalshoeken komen. In het geval van Battle of Concepts zijn die buitenstaanders jong en meestal student. Maximale leeftijd van deelnemers is 30. De site is namelijk ook opgezet om studenten in contact te brengen met bedrijven.

Student Lennart Luten (26) won al een paar battles, onder meer van boorplatformbedrijf Heerema. Bij Eneco werd hij een keer derde. Voor beide bedrijven schreef hij zo’n drie A4’tjes, wat hem twee keer een weekend kostte. Het leverde hem ongeveer 1.500 euro op. De student doet vooral mee omdat hij aan de slag wil in de energiesector. ‘Dit is een manier om mezelf in de kijker te spelen bij bedrijven. Geld is een bijzaak.’

Zijn motivatie verschilt met die van deelnemers op de Amerikaanse InnoCentive. Dat zijn vooral wetenschappers, die in hun vrije tijd problemen oplossen. ‘Voor de intellectuele bevrediging’, zegt Jeff Howe. Wetenschappers komen vaak met volledig uitgewerkte plannen voor nieuwe producten of diensten. Daar willen bedrijven dan ook een hoge beloning voor betalen.

Entertainment

Bedrijven kunnen meer uitbesteden dan het bedenken van nieuwe producten of diensten. Je kunt internetters ook creatief bezig laten zijn. Zo schreef Doritos, bekend van de tortillachips, twee jaar geleden een reclamewedstrijd uit. Via internet kon iedereen een reclamefilmpje insturen. Het winnende filmpje werd uitgezonden tijdens de SuperBowl, de finale van het American Football seizoen. Dit is jaarlijks de best bekeken Amerikaanse tv-uitzending.

Dat er goede inzendingen tussen zaten is logisch, vindt Howe. De bedenker van een goed spotje is wellicht eerder een 22-jarige skater en tortilla-eter, dan een veertigjarige reclamemaker en drager van een hoornen bril. Nu het maken van video’s eenvoudig is, en videoapparatuur goedkoop, verdwijnt volgens hem het monopolie van de traditionele professionals.

Criticus van deze ‘opkomst van de amateur’ is de Amerikaanse bestsellerauteur Andrew Keen. In het boek The Cult of the Amateur beschrijft hij een wereld die beheerst wordt door slechte amateurs. Een wereld die ten onder gaat aan filmpjes op YouTube over huisdieren en eenzame mannen die een maf dansje doen voor een webcam. De meeste mensen zijn volstrekt talentloos, vindt Keen. En dankzij internet komt dat volgens hem nu pijnlijk aan de oppervlakte.

‘Natuurlijk zijn de meeste filmpjes op YouTube niet om aan te zien’, geeft Howe toe. ‘Crowdsourcing is echter gebaseerd op de uitzondering op deze regel.’ Als de crowd maar groot genoeg is, komt echte kwaliteit bovendrijven. ‘Geef honderd mensen een camera, en je krijg 99 slechte, schokkerige filmpjes. Maar die ene die overblijft, is ook meteen heel erg goed.’ Zo kwam ook het Gelderse meisje Esmee Denters bovendrijven. Net als tienduizenden andere meisjes plaatste zij een filmpje op YouTube, waarin ze een liedje zong. In tegenstelling tot die andere meisjes had zij talent. Haar filmpjes op YouTube werden meer dan 20 miljoen keer bekeken en ze kreeg vorig jaar een platencontract bij Tenman Records, de maatschappij die ook Justin Timberlake onder contract heeft. Eind vorig jaar was ze te gast bij Oprah Winfrey.

Revolutie

Bedrijven hebben crowdsourcing nog maar net ontdekt. Battle of Concepts bestaat pas anderhalf jaar. ‘Het begint nu lekker te lopen’, zegt oprichter Joost Dekkers. ‘We krijgen elke week een aanmelding van een bedrijf.’ Volgens Howe breekt de crowdsource-revolutie pas echt los als de tieners van nu over een jaar of vijf aan het werk gaan. Ze zijn opgegroeid met Hyves, msn, weblogs en digitale camera’s. Tieners hoef je crowdsourcing niet uit te leggen. Howe: ‘Wij hebben een term nodig om het fenomeen te omschrijven. Zij begrijpen intuïtief wat het is’. 1

Jeff Howe is op 18 september in Rotterdam, waar hij spreekt op Emerce eDay, een congres over online marketing en zakendoen via internet.