20081206 Reformatorisch dagblad

Uit Wikimedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Deze tekst of dit mediabestand is op deze website geplaatst met een beroep op het citaatrecht, en heeft tot doel de geschiedenis van de Wikimedia projecten vast te leggen. Zie ook het mediabeleid.

This image or other media file refers to the quotation law (citaatrecht) in The Netherlands and Belgium. This is not the same as fair use, but probably it can be placed under this license in the United States and other countries with a fair use policy.

Bron: http://www.refdag.nl/artikel/1378167/Pootjebaden+in+Wikiwijs.html

Pootjebaden in Wikiwijs

05-12-2008 22:47 | Onderwijsredactie

Plasterk is ambitieus.

ROTTERDAM - ”Wikiwijs” moet het lesmateriaal gaan heten dat via internet vrij beschikbaar komt. Het initiatief, deze week door minister Plasterk van Onderwijs aangekondigd, roept wisselende reacties op. De een vreest voor chaos, de ander ziet in het plan een erkenning van de docent.

Plasterk is ambitieus: Wikiwijs moet volgend jaar al van start gaan. „Nog in deze kabinetsperiode moeten we er iets moois van hebben gemaakt.”

In de Rotterdamse Van Nellefabriek, waar het Innovatieplatform woensdag de conferentie ”Boven het maaiveld” hield, kwam de bewindsman met het plan lesmateriaal voor alle onderwijsniveaus voor iedereen online beschikbaar te maken. Het wordt vervaardigd en voortdurend bijgewerkt door docenten.

Lesmateriaal moet voor iedereen gratis toegankelijk zijn, vindt de minister. Hij vindt het ook „niet meer van deze tijd om schoolkinderen elk jaar weer zo’n 14 kilo aan boeken te laten meezeulen, om nog maar te zwijgen van de bomen die je hiervoor moet kappen.”

Eenheidsworst Wikiwijs wordt overigens meer dan een elektronisch schoolboek. Behalve leerstof kunnen er ook oude examenopgaven en oefenstof op worden gezet. Iedereen kan erbij, maar alleen leraren kunnen het materiaal bewerken. Plasterk wil hun beroep daarmee ook interessanter maken: leraren kunnen hun ideeën verspreiden zonder dat ze er eerst een uitgever voor moeten zoeken.

Niet dat alle docenten moeten meedoen. „Als bijvoorbeeld 5 procent van de leraren zich hiervoor wil inspannen, hebben we al genoeg ’leerkracht’ om er een succes van te maken.”

Wikiwijs hoeft niet tot eenheidsworst te leiden, vindt Plasterk. Er kunnen meerdere versies op internet staan. Scholen kunnen via een eigen ingang bij de versie komen die interessant voor ze is. Het initiatief moet breed gedragen worden en niet in handen van één organisatie komen. Daarbij moet de overheid wat regelingen treffen rond copyrights, maar verder zo veel mogelijk op afstand blijven, vindt de bewindsman.

Onzin Uit -eveneens digitale- discussies blijkt dat niet iedereen enthousiast is over het initiatief. „Als niemand een visie heeft op de structuur en de methode, wordt het een allegaartje aan didactische opbouw”, zo wordt gesteld. „Daar komt nog bij dat je ook niet zomaar illustraties hebt, want die zijn doorgaans beschermd.”

Schooldirecties zullen, zowel uit didactisch als uit levensbeschouwelijk oogpunt, afspraken moeten vastleggen om zicht te houden op het materiaal dat hun docenten gebruiken. Organisaties in het bijzonder onderwijs die eigen methoden ontwikkelen, moeten zich erop bezinnen of het wel mogelijk en wenselijk is dit materiaal ook te digitaliseren.


Een wiki is een website waarop bezoekers informatie kunnen toevoegen of aanpassen, zoals de online-encyclopedie Wikipedia. Wiki’s zijn gebaseerd op de ”wisdom of crowds”, de wijsheid van de menigte. Sommigen maken bezwaar tegen het feit dat alleen docenten het materiaal kunnen vervaardigen en bewerken. Anderen vrezen juist chaos: „Stel dat ik een medemaniak vind die er net als ik van overtuigd is dat Columbus na zijn ontdekking van Amerika gewoon dóórging en meteen ook Australië ontdekte. Stel dat wij dat op deze wiki zetten, wie heeft dan de autoriteit om die onzin er weer af te halen?”

Plasterk heeft er vertrouwen in: „Een van de redenen dat Wikipedia-encyclopedieën zich kenmerken door een hoge kwaliteit, is dat iedereen elkaar voortdurend controleert en zo nodig corrigeert.” Een ander reageert: „Ik herinner me nog als de dag van gisteren dat iedereen riep dat Wikipedia nooit iets kon worden, want: gratis is nooit goed. En: als iedereen kan bewerken, is de kwaliteit erg slecht. En: het maken van encyclopedieën moet je aan profs overlaten. Ze hebben allemaal ongelijk gekregen.”

Een van de deelnemers aan de discussie ziet Wikiwijs als een mooi voorbeeld van de gevleugelde woorden ”geef de docent zijn vak terug”, wat in de recente evaluatie van de onderwijsvernieuwingen steeds werd bepleit. Voor die docenten betekent Wikiwijs volgens hem erkenning: zij zijn „de zee van wijsheid en kennis waar onze jeugd pootje in mag baden.”