Internationaal/Wikimania/2011
Wikimania 2011 in Haifa
bericht van Ziko van Dijk
voor de Vereniging Wikimedia Nederland
Israël
Zoals bekend is het reizen naar Israël wat ingewikkelder dan naar andere landen, onder meer vanwege de veiligheidsmaatregelen. Sommige Wikimaniacs vertelden over wat langere ondervragingen door de security op de vliegvelden. In het algemeen viel het echter mee. In Israël zelf moet je steeds je paspoort mee hebben en word je soms aan de ingang van een bank of winkel gecontroleerd. Er zijn veel soldaten te zien. Toch is de sfeer in het algemeen vrij ontspannen.
Israël wordt vanwege zijn natuur en cultuur ieder jaar door vele toeristen bezocht. Israël is niet zo groot, en dan bestaat het voor een groot deel ook nog uit woestijn. De afstanden binnen het land tussen de belangrijke steden worden dus niet als bijzonder groot ervaren.
Wikimedia Israël en Wikimania
De nationale Wikimedia-vereniging van Israël (WMIL) is vrij klein, er zijn maar zo'n 5-10 mensen voortdurend actief. Wel kwamen de Wikimania-activelingen uit de kringen van WMIL en door Wikimania hebben zich nieuwe mensen bij de WMIL aangesloten. Voorzitter is Tomer Ashur, een academicus en reserveofficier; secretaris is Harel Cain, die het Wikimania-programma beheerde.
De Wikimania 2011 vond plaats in Haifa, een universiteitsstad met ruim 250.000 inwoners. De stad is heel westers en ligt in het noorden van Israël, een beetje verder leven veel Arabieren. Voor de Wikimania zelf had het team het Haifa Auditorium gevonden, een onderdeel van de universiteit. Ook andere gebouwen ernaast beherbergden Wikimania-evenementen. De grote hotels waren op loopafstand, als je echter in de herbergen verbleef, had je een wat langere weg. 's Avonds werden we met bussen naar het feest gebracht. In het algemeen kon je gewoon in de buurt van het Wikimania-plekje blijven. Lunch en avondeten werden door Wikimania verzorgd.
De deelnemers die al eerder een Wikimania bij hadden gewoond, vertelden dat de Wikimania van Haifa bijzonder goed georganiseerd was, zeker in vergelijking met de vorige in Gdansk, een jaar geleden. Medewerkers van de Foundation lieten doorschijnen dat ze het achteraf jammer vonden dat toen Gdansk in plaats van Amsterdam werd gekozen.
Programma
Op 2 en 3 augustus was er een voorprogramma (preconference) met vergaderingen van developers, bestuurders, communicatie-activelingen, maar vooral van de representanten van nationale verenigingen. De eigenlijke Wikimania met de grote openingsceremonie begon op 4 augustus. Op de laatste dag, 7 augustus, bezochten de (meeste) deelnemers in bus-excursies diverse plaatsen van Israël. Het conference book met het volledige programma is te downloaden op http://wikimania2011.wikimedia.org/wiki/Main_Page
Bijzondere programmapunten waren de keynotes. Harvard-professor Yochai Benkler had het over intellectueel eigendom en Wikipediaan Joseph Reagle over encyclopedieën. Aan het eind van de Wikimania kwam Wikipedia-oprichter Jimmy Wales met zijn „State of the Wiki“. Hij schonk aandacht aan de moeilijkheden voor nieuwelingen en aan de activiteiten van de Foundation om wat daaraan te doen.
Een hoogtepunt was ook de speech van Sue Gardner, de directrice van de Foundation, die de plannen voor de komende jaren voorstelde. Eerste prioriteit hebben technische ontwikkelingen zoals een verbeterde editor om Wikipedia te bewerken. Tweede prioriteit is het groter en gediversieerder maken van de gemeenschap. Derde prioriteit: in bepaalde landen moeten er meer auteurs en lezers komen, onder meer dankzij verbeterde mobile-oplossingen. Zie http://upload.wikimedia.org/wikipedia/foundation/3/37/2011-12_Wikimedia_Foundation_Plan_FINAL_FOR_WEBSITE_.pdf
Voor onze vereniging in het bijzonder interessant waren de programmapunten met betrekking tot de landelijke verenigingen, maar ook die, die onze activiteiten in Nederland aan het internationale publiek hebben gepresenteerd: Lodewijk Gelauff en Maarten Dammers hadden het uitvoerig over „Wiki Loves Monuments“, wat grote interesse bij het publiek wekte.
Movement Roles
Binnen de Wikimedia-beweging wordt op het moment onder andere over de „Movement Roles“ gediscussieerd. Een kleine groep, waarin ook ons bestuurslid Austin Hair, stelde daarover een paper voor. Bij de Movement Roles gaat het erom welke „entities“ (organisaties, organen) in de Wikimedia-beweging bestaan, welke in de toekomst erbij moeten komen, en welke relatie deze organisaties met elkaar moeten gaan hebben.
Vanuit de aanwezigen kwamen maar weinig reacties. Sommigen, zoals ons bestuurslid Marco Swart, vonden het raar dat het paper juist de Olympische Beweging als voorbeeld voor Wikimedia presenteerde, als „transparante“ en „efficiënte“ organisatie (!).
Het paper wilde ook graag een aantal nieuwe organisaties binnen de beweging zien: formele organisaties, die niet op landen, maar op onderwerpen gebaseerd zijn; informele groepen; en formele partnerorganisaties zoals reeds bestaande bibliotheken en musea. Toch kan men zich afvragen of zulke organisaties niet ook problemen met zich mee kunnen brengen, en of bijvoorbeeld zo een partnerorganisatie de Wikimedia-logo's mag gebruiken.
Fundraising
Maar de alles overstralende discussie van deze Wikimania ging over de relatie tussen de Foundation en de landelijke verenigingen, de „chapters“. Juist daarom zou het goed zijn geweest als de discussie over de Movement Roles al wat verder zou zijn, als men meer duidelijkheid erover zou hebben wie we eigenlijk met welke taken willen zien belast.
Op het moment gaan donaties aan „Wikipedia“ in principe naar de Wikimedia Foundation, voor het allergrootste deel via de jaarlijke fundraiser van november/december. Maar sommige landelijke verenigingen nemen op een bijzondere manier deel aan die fundraising, zo ook de Nederlandse. Het geld gaat technisch gezien naar een Nederlandse bankrekening, van ons, en hiervan krijgt de Foundation een deel. Wat we mogen houden is gebaseerd op onze programmaplanning voor het volgende jaar, wat we denken uit te gaan geven.
Men kan zich goed voorstellen dat de zaak gevoelig ligt: sommige verenigingen willen heel graag op deze manier aan de fundraiser deelnemen, wat voor hen een vraag van prestige is geworden. Maar de Foundation wijst erop dat het omgaan met geld grote verantwoordelijkheid met zich mee brengt. Het wordt ook niet graag gezien wanneer teveel geld op de rekening van een landelijke vereniging staat, want we bestaan niet om het geld te behouden, maar om het uit te geven.
Discussies
Gek genoeg werd op de Wikimania over de fundraiser niet zo zeer in vergaderingen gesproken, maar in kleine groepjes of met z'n tweeën en vooral via de mailinglist Foundation-l. Als een bliksemslag kwam een brief van het Foundation-bestuur over: het bestuur heeft in Haifa besloten dat het alleen nog dit jaar het huidige arrangement wil handhaven. Volgend jaar zal de fundraiser op een andere manier werken, en moeten de landelijke verenigingen, als ze geld willen hebben, een grant (beurs) van de Foundation vragen.
Dit werd door sommigen zo beleefd dat ze in de toekomst bij de Foundation moeten „bedelen“, maar als je het realistisch bekijkt, veranderd door de brief niet zo veel. Veel verenigingen profiteerden sowieso alleen via grants van de fundraiser, en sowieso moeten alle verenigingen aan de Foundation rapporteren hoe ze „hun“ geld willen gaan uitgeven.
De hamvraag blijft: wie is de baas in de beweging en gaat erover beslissen, wat met de donaties gebeurd? Voor een landelijke vereniging ligt dat lastig. Want ook wanneer een vereniging zelf een heel zelfstandige rol bij de fundraiser speelt en alles goed doet, hoe zit het met andere verenigingen? Het kan de vereniging Wikimedia Nederland niet koud laten, als vereniging X slecht met geld zou omgaan en dusdanig de gehele Wikimedia-beweging een slechte reputatie zou krijgen.
Wikimania als plek voor ontmoetingen
Een internationale bijeenkomst als de Wikimania is vooral zo belangrijk, omdat de activelingen elkaar leren kennen. Je kwam veel medewerkers van de Wikimedia Foundation tegen; de jarige Jimmy Wales; veel bestuurders van de landelijke verenigingen; mensen van alle bewoonde continenten; technische én culturele mensen; en je leerde ook mensen uit je eigen land beter kennen. Zeker bij een online-gemeenschap is dat heel waardevol.
Iemand zei: "Het maakt de deelnemers niet eens zoveel uit hoeveel lezingen er zijn, wat er in het culturele programma zit, wie de keynote speech houdt, maar dat ze hun vrienden weer zien en gewoon vragen aan de juiste mensen kunnen stellen."