Cursussen/OntwerpBeginnerscursus/Doelgroepanalyse

Uit Wikimedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Stap 2: Doelgroepanalyse

Reactie gevraagd tussen 27 januari en 8 februari 2015



Vraag aan ervaren vrijwilligers

In deze ontwerpstap vragen we ervaren vrijwilligers om mee te denken over de doelgroep voor het leermiddel van WMNL. Dat kan door te reageren op onderstaande analyse en conclusies via de overlegpagina.

Inleiding

Het is belangrijk dat een leermiddel goed aansluit bij de doelgroep. Dit vergroot de kans op succes. Hiervoor is het noodzakelijk om de doelgroep 'nieuwe bewerkers van Wikipedia' die WMNL met dit leermiddel voor ogen heeft, te analyseren en hieruit conclusies te trekken voor het ontwerp van het leermiddel.

Binnen de huidige manier van werken gaat het vaak om een gemengde groep volwassenen. Zij zijn binnen een WMNL-(samenwerkings)project betrokken bij het ‘verspreiden van vrije kennis’ via Wikipedia.

Het gaat daarbij vaak om:

  • Vrijwilligers, medewerkers en studenten of stagiaires van GLAM’s, kennis- en onderwijsinstellingen. Bij medewerkers gaat het vaak om conservatoren, documentalisten, registratoren, archiefmedewerkers, bibliotheekmedewerkers, educatie-medewerkers en HBO- of universitair docenten. Vrijwilligers zijn vaak betrokken bij de betreffende GLAM.
  • Vrijwilligers van ledenorganisaties met een specifiek (verzamelen en delen van) kennisdoel. Het gaat vaak om bestuursleden en leden.

Analyse drie profielen

De doelgroep waarvoor het leermiddel wordt gemaakt kan grofweg worden ingedeeld in drie 'profielen':

  1. De vrijwilliger (uit interesse betrokken bij een GLAM of bij een ledenorganisatie);
  2. De professional (in dienst van GLAM, kennis- of onderwijsinstelling);
  3. De student of stagiair (betrokken vanuit zijn/haar opleiding).


1. Vrijwilliger Beschrijving met A.U.D.I.E.N.C.E.
Audience Doelgroep, functie, hoe groot
  • Vrijwilliger van een GLAM;
  • Bestuurders/leden van een (vrijwilligers/leden)organisatie rondom specifiek onderwerp.
Understanding (werk, computer, web) ervaring, voorkennis, leerstijl, leesniveau, metacognitieve vaardigheden?
  • Beginner op Wikipedia, maar heeft algemene en mogelijk inhoudelijke (voor)kennis en ervaring op onderdelen vanuit (voormalig) beroep, hobby of verenigingsdoelstelling;
  • Computervaardigheid varieert van ‘basic vaardig’ tot ‘vaardig’;
  • Leesniveau minimaal B2, ervaring met schrijven varieert, afhankelijk van opleidingsniveau en (werk)ervaring;
  • Combinatie 'Betekenis gerichte leerstijl' bij hoog opleidingsniveau en ‘Toepassingsgerichte leerstijl’ vanwege koppeling aan vrijwillige bijdrage (Vermunt) (Bron: Simons, leren en werken).
  • Metacognitieve vaardigheden kunnen varieren (door diverse leerervaring), kan het leren minder goed tot goed actief zelf sturen door middel van orienteren, plannen, bewaken, toetsen, herstellen, evalueren en reflecteren (Bron Van Dijk, het leren van volwassenen).
Demographics Leeftijd, geslacht, culturele achtergrond en opleidingsniveau
  • (Aanname) 70% man/30% vrouw, tussen de 40 - 70 jaar, middelbaar tot hoog opgeleid (MBO/HBO/WO).
Interest Belang en de motivatie om het leertraject te volgen, 'locus of control'.

Motivatie:

  • Is intrinsiek gemotiveerd (enthousiast om een bijdrage te leveren aan 'vrije kennis'). Het volgen van de cursus kan plezierige bijeffecten hebben, zoals sociale contacten/netwerken (Bron: Lindeboom).
  • Kan het vervelend vinden om fouten te maken (positieve of negatieve faalangst)(Bron: Lindeboom).
  • Kan zijn dat 'leren' lang geleden is en weer even op gang moet komen.
  • Voorkeur voor zelfevaluatie: motiveert meer dan 'toetsen'.
  • Voorkeur voor ‘interactief onderwijs’ boven hoorcolleges.
  • Leren in vrije tijd.

Locus of control:

  • Varieert: ‘interne locus of control' (gelooft dus dat hij/zij zelf verantwoordelijk is voor het succes (of het falen)) en 'externe locus of control'(gelooft dat omgeving verantwoordelijk is voor succes (of falen)) (Bron: Van Dijk en Wikipedia).
Environment Hoe ziet de leer- en werkomgeving (faciliteiten) eruit en wat is de status van de (ICT-) ondersteuning waarmee de doelgroep moet leren en werken?
  • Beschikbaarheid (cursus)zaal, zal soms ver moeten reizen;
  • Presentatie op groot scherm volgen;
  • Beschikbaarheid eigen of geleende laptop met internetbrowser en eventueel koptelefoon;
  • Beschikbaarheid en kunnen activeren van Wifi (wachtwoord);
  • Gebruik kunnen maken van tabfuncties in browser;
  • (Kunnen) inloggen op de Wikipedia educatie extensie;
  • Aanwezigheid trainer en (vaak) assistent-trainer;
  • Kort overleg/meekijken en samenwerken met groepsgenoot.
Needs Welke behoeften en belangen hebben de deelnemers en trainers/begeleiders ten aanzien van het leertraject. Welke leermiddelen zijn er naast de opleiding nodig?
Customized Welke specifieke behoeften zijn er
  • Vooraf te inventariseren bij de groep en indien nodig en mogelijk rekening mee houden. Bijvoorbeeld: Lagere computervaardigheid, functionele beperkingen, etc.
Expectations Wat zijn de verwachtingen van de doelgroep over het opleidingstraject
  • Welke bijdrage kan ik (hoe) leveren? Wat vraagt dat van mij?
  • Aansluiting bij/afstemming op het inhoudelijke onderwerp
2. Professional Beschrijving met A.U.D.I.E.N.C.E.
Audience Doelgroep, functie, hoe groot
  • Medewerker van een GLAM, kennis- of onderwijsinstelling: conservatoren, documentalist, registrator, archiefmedewerker, bibliotheekmedewerker, educatiemedewerker, onderzoeker(?), docent.
Understanding Werk-, computer-/webervaring, voorkennis, leerstijl, leesniveau, metacognitieve vaardigheden
  • Professionele kennis van / ervaring met lezen van teksten (leesniveau minimaal B2, waarschijnlijker C1 of C2-niveau), informatievoorziening, schrijven van stukken, bronvermelding, ‘copyright’, ‘vrije kennis’, ‘vakinhoudelijke’ kennis. Wellicht ‘jobfixation’, waardoor aanpassen van routinegedrag (b.v. net andere manier van bronverwijzing) lastig kan zijn (Bron: Van Dijk)).
  • ‘Gemiddeld’ tot ‘veel’ internetvaardigheden (Bron CBS)
  • 'Betekenis gerichte leerstijl' vanwege hoog opleidingsniveau, ‘Toepassingsgerichte leerstijl’ vanwege koppeling aan beroep (Vermunt) (Bron: Simons, leren en werken).
  • Metacognitieve vaardigheden (veel leerervaring) en kan het leren actief zelf sturen door middel van het toepassen van regulatie-activiteiten (orienteren, plannen, bewaken, toetsen, herstellen, evalueren en reflecteren) (Bron Van Dijk, het leren van volwassenen).
Demographics Leeftijd, geslacht, culturele achtergrond en opleidingsniveau
  • (Aanname) 50% man/50% vrouw, tussen de 30 - 60 jaar, hoog opgeleid (HBO/WO).
Interest Belang en de motivatie om het leertraject te volgen, 'locus of control'.

Motivatie:

  • Ziet het belang (vanuit/voor zijn/haar functie en organisatie) om kennis te delen met het grote publiek via Wikipedia en wil dat het leermiddel toepasbaar is voor het werk (transfer) (Bron: Dijk, Het leren van volwassenen).
  • Is intrinsiek gemotiveerd (enthousiast), maar ook extrinsiek gemotiveerd (verdient geld met beroep). Kan ook ‘conditioneel gemotiveerd' zijn: Het volgen van de cursus kan plezierige bijeffecten hebben, zoals sociale contacten/netwerken (Bron: Lindeboom).
  • Kan het vervelend vinden om fouten te maken (positieve of negatieve faalangst)(Bron: Lindeboom).
  • Kan zijn dat 'leren' lang geleden is en weer even op gang moet komen. Angst om ‘af te gaan’ tussen collega's.
  • Voorkeur voor zelfevaluatie: motiveert meer dan 'toetsen'.
  • Voorkeur voor ‘interactief onderwijs’ boven hoorcolleges.
  • Leren wordt gefaciliteerd door werkgever (in werktijd = motivatie-factor).

Locus of control:

  • Waarschijnlijk ‘interne’ locus of control (zelf het leren plannen en sturen) en gelooft dus dat hij/zij zelf verantwoordelijk is voor het succes (of het falen). (Bron: Van Dijk en Wikipedia).
Environment Hoe ziet de leer- en werkomgeving (faciliteiten) eruit en wat is de status van de (ICT-) ondersteuning waarmee de doelgroep moet leren en werken?
  • Beschikbaarheid (cursus)zaal (vaak) in de omgeving van de werkplek;
  • Presentatie op groot scherm volgen;
  • Beschikbaarheid eigen laptop met internetbrowser en eventueel koptelefoon;
  • Beschikbaarheid en kunnen activeren van Wifi (wachtwoord);
  • Gebruik kunnen maken van tabfuncties in browser;
  • (Kunnen) inloggen op de Wikipedia educatie extensie;
  • Aanwezigheid trainer en (vaak) assistent-trainer;
  • Kort overleg/meekijken en samenwerken met groepsgenoot.
Needs Welke behoeften en belangen hebben de deelnemers en trainers/begeleiders ten aanzien van het leertraject. Welke leermiddelen zijn er naast de opleiding nodig?
Customized Welke specifieke behoeften zijn er
  • Vooraf te 'inventariseren' en indien relevant rekening mee proberen te houden.
Expectations Wat zijn de verwachtingen van de doelgroep over het opleidingstraject
  • Inzicht in encyclopedisch schrijven
  • Inzicht in de mogelijkheden voor samenwerking met de community
  • Inzicht in hetgeen hij/zij vraagt van de community (hoe moeilijk is het bewerken? hoe productief kan een vrijwilliger zijn?)
  • Aansluiting bij/afstemming op het inhoudelijke onderwerp
3.Student Beschrijving met A.U.D.I.E.N.C.E.
Audience Doelgroep, functie, hoe groot
  • Student van een studie of vak dat is betrokken bij een WMNL-project.
Understanding Werk-, computer-/webervaring, voorkennis, leerstijl, leesniveau, metacognitieve vaardigheden
  • Veel internetvaardigheden (Bron CBS);
  • Ervaring met lezen van teksten (leesniveau minimaal B2, waarschijnlijker C1 of C2-niveau) en schrijven van stukken, enige ervaring met bronvermelding;
  • Variatie aan leerstijlen 'Reproductiegericht' vanwege focus op behalen diploma, 'Betekenis gerichte leerstijl' vanwege hoog opleidingsniveau (Vermunt) (Bron: Simons, leren en werken);
  • Metacognitieve vaardigheden (veel leerervaring) en kan het leren actief zelf sturen door middel van het toepassen van regulatie-activiteiten (orienteren, plannen, bewaken, toetsen, herstellen, evalueren en reflecteren) (Bron Van Dijk, het leren van volwassenen).
Demographics Leeftijd, geslacht, culturele achtergrond en opleidingsniveau
  • (Aanname) 50% man/50% vrouw, tussen de 18 en 35 jaar, middelbaar tot hoog opgeleid (havo/vwo/MBO/HBO).
Interest Belang en de motivatie om het leertraject te volgen, 'locus of control'.

Motivatie:

  • Intrinsieke motivatie bij 'keuzevak' en samenwerking met medestudenten (verbondenheid) (Bron: Vansteenkiste et al).
  • Extrinsieke motivatie vanwege behalen studiepunten.
  • Kan het vervelend vinden om fouten te maken (positieve of negatieve faalangst)(Bron: Lindeboom) of af te gaan ten overstaan van medestudenten.

Locus of control:

  • Varieert: ‘interne locus of control' (gelooft dat hij/zij zelf verantwoordelijk is voor het succes (of het falen)) en 'externe locus of control'(gelooft dat omgeving verantwoordelijk is voor succes (of falen)) (Bron: Van Dijk en Wikipedia).
Environment Hoe ziet de leer- en werkomgeving (faciliteiten) eruit en wat is de status van de (ICT-) ondersteuning waarmee de doelgroep moet leren en werken?
  • Beschikbaarheid (cursus)zaal (vaak) in de studie-omgeving;
  • Presentatie op groot scherm volgen;
  • Beschikbaarheid eigen laptop met internetbrowser en eventueel koptelefoon;
  • Beschikbaarheid en kunnen activeren van Wifi (wachtwoord);
  • Gebruik kunnen maken van tabfuncties in browser;
  • (Kunnen) inloggen op de Wikipedia educatie extensie;
  • Aanwezigheid trainer en (vaak) assistent-trainer of docent;
  • Kort overleg/meekijken en samenwerken met groepsgenoot.
Needs Welke behoeften en belangen hebben de deelnemers en trainers/begeleiders ten aanzien van het leertraject. Welke leermiddelen zijn er naast de opleiding nodig?
  • Toegang tot bronnenmateriaal
Customized Welke specifieke behoeften zijn er
  • Vooraf te 'inventariseren' en indien relevant rekening mee proberen te houden.
Expectations Wat zijn de verwachtingen van de doelgroep over het opleidingstraject
  • Aansluiting bij de inhoudelijke leerdoelen van de studie.

Resultaten analyse

Consequenties voor het ontwerp

Vragen die hierbij aan de orde zijn:

  • Wat betekent dit voor het ontwerp/leermiddel?
  • Wat betekent dit voor het leren?
  • Wat betekent dit voor de begeleiding?
  • Wat betekent dit voor de taal?
  • Wat betekent dit voor de presentatie van informatie?


Nr Consequenties voor het ontwerp
1 Het leermiddel moet 'flexibel' inzetbaar zijn voor een gevarieerde doelgroep en groepsgrootte en binnen diverse inhoudelijke thema's.
2 Het is niet nodig om (veel) aandacht te besteden aan 'sturen van het eigen leren' vanwege de redelijk tot goede meta-cognitieve vaardigheden van de doelgroep (Van Dijk, 2007).
3 Het is relevant om binnen het didactisch model en de didactische werkvormen rekening te houden met diverse leerstijlen.
4 Het is relevant om vooraf aan te geven welke ICT/computervaardigheden bekend verondersteld worden.
5 Gezien de gevarieerde doelgroep en het verschil in motivatie is het relevant om groepen vooraf te vragen naar (persoonlijke) leerdoelen, zodat daar flexibel op kan worden ingespeeld. Dit vergroot de aansluiting, de motivatie en het ervaren 'nut'. Daarnaast is het belangrijk om realistische voorbeelden te gebruiken ter illustratie, die aansluiten bij de 'leefwereld' van de doelgroep.
6 Het leermiddel moet zo zijn opgezet dat de inhoud uitdagend is. Tegelijkertijd moet de kans op succes groot zijn en na afloop inzichtelijk worden gemaakt wat er geleerd is.
7 Het is aan te bevelen om diverse onderdelen van het leermiddel op te delen in kleinere stappen, zodat de eigen 'controle' op de leerstof groter is.
8 Actieve verwerking om nieuwe vaardigheden te leren (met name bij 'ervaringsconcentratie' - afleren oude gewoontes)

Analysetool A.U.D.I.E.N.C.E.

Voor de analyse is gebruik gemaakt van de analysetool 'A.U.D.I.E.N.C.E.'. Deze tool is geschikt om een beeld van doelgrepen te krijgen. Het acroniem A.U.D.I.E.N.C.E. staat voor:

  • Audience: Wat is de doelgroep, welke functie heeft de doelgroep en hoe groot is de doelgroep?
  • Understanding: Wat is de (werk, computer, web) ervaring, de voorkennis, de leerstijl en het leesniveau? Metacognitieve vaardigheden?
  • Demographics: Wat is de leeftijd, geslacht, culturele achtergrond en opleidingsniveau?
  • Interest: Wat is het belang en de motivatie om het leertraject te volgen?
  • Environment: Hoe ziet de leer- en werkomgeving (faciliteiten) eruit en wat is de status van de (ICT-) ondersteuning waarmee de doelgroep moet leren en werken?
  • Needs: Welke behoeften en belangen hebben de deelnemers en trainers/begeleiders ten aanzien van het opleidingstraject. Welke leermiddelen zijn er naast de opleiding nodig?
  • Customized: Welke specifieke behoeften zijn er?
  • Expectations: Wat zijn de verwachtingen van de doelgroep over het opleidingstraject?

Externe links Doelgroepanalyse

  • Dijk, M. C. E. van (2007). Het leren van volwassenen. In P. W. J. Schramade (Red.), Handboek Effectief Opleiden 11.2-1. (pp. 1.02-1.15). Den Haag: Elsevier Reed Business.