Herziening Beleid Vriendelijke Ruimtes 2021/Handhaving en rapportage/Tweede concept
Dit is het tweede concept van het Protocol Handhaving en Rapportage Beleid Vriendelijke Ruimtes. Hierin zijn de opmerkingen uit de consultatieronde over het eerste concept verwerkt.
1. IntroHet Beleid Vriendelijke Ruimtes (hierna: BVR) is van toepassing op alle door Wikimedia Nederland (hierna: WMNL) beheerde platforms en kanalen, en tijdens alle door WMNL georganiseerde fysieke en virtuele evenementen en activiteiten. Iedereen die aanwezig is op deze platforms en kanalen, of deelneemt aan deze fysieke en virtuele evenementen en activiteiten, wordt geacht zich te houden aan het BVR. Het BVR geldt voor iedereen, ongeacht positie, kennis, vaardigheden of prestaties. In dit document beschrijven we hoe we het BVR handhaven binnen WMNL. In dit document wordt praktische invulling gegeven aan het BVR. In die zin is het ondergeschikt aan het BVR: de tekst van het BVR is leidend. |
2. Verantwoordelijkheden2.1 Binnen de organisatie
|
2.2 Activiteiten, evenementen, kanalen en platforms
|
2.3 Activiteiten op locaties waar WMNL niet formeel bevoegd is
WMNL kan het BVR niet dwingend opleggen in domeinen/locaties waar de vereniging te gast is, en geen formele bevoegdheden heeft. Als een (mede) door WMNL georganiseerde activiteit plaatsvindt in een virtuele of fysieke ruimte waar WMNL niet bevoegd is, overleggen we van te voren altijd met de verantwoordelijke partijen (beheerders, eigenaren, moderatoren) in hoeverre het BVR van WMNL overeenkomt met de regels die normaliter in deze ruimte van kracht zijn. Waar nodig maken we aanvullende afspraken om een respectvolle en veilige omgeving te waarborgen, zeker als bezoekers redelijkerwijs kunnen verwachten dat WMNL zorg draagt voor hun fysieke en sociale veiligheid. Als zulke waarborgen niet mogelijk zijn, zal WMNL zich terugtrekken uit de activiteit, of aan deelnemers duidelijk maken dat het BVR niet van kracht is. |
3. Bekendmaking BVR3.1 WMNL zorgt ervoor dat iedere deelnemer aan een WMNL evenement of activiteit, en iedere bezoeker van een WMNL platform of kanaal, redelijkerwijs op de hoogte kan zijn van de strekking en inhoud van het BVR. 3.2 De volledige en actuele tekst van het Beleid Vriendelijke Ruimtes wordt gepubliceerd op de wiki en website van WMNL. Het BVR wordt verder bekendgemaakt via:
3.3 Door aanmelding voor, of bijwonen van, een activiteit of bijeenkomst, of door het plaatsen van een bijdrage op/in een platform of kanaal, verklaart iemand zich aan het BVR te zullen houden. |
4. Bevestiging BVR door bestuurders, medewerkers en vrijwilligers van WMNL4.1 Van de volgende personen wordt verlangd dat zij schriftelijk bevestigen dat zij het Beleid Vriendelijke Ruimtes erkennen en zich eraan zullen houden:
4.2 De verklaringen worden bij herverkiezing of herbenoeming, of anders uiterlijk elke drie jaar, hernieuwd 4.3 Deze personen worden geacht een basistraining Beleid Vriendelijke Ruimtes / Universal Code of Conduct te hebben gevolgd en afgerond. |
5. Optreden bij constatering van overtredingen van BVRAls een medewerker of bestuurslid van WMNL, of een door WMNL aangewezen BVR contactpersoon, een overtreding van de BVR constateert of vermoedt is deze verplicht én gemachtigd om maatregelen te treffen, ook als er geen melding wordt gedaan door een betrokkene. Hierbij wordt zoveel mogelijk gehandeld conform het in art 7 e.v. geschetste protocol voor afhandeling van meldingen. |
6. Preventieve maatregelenWMNL zal zich maximaal inspannen om te voorkomen dat er tijdens activiteiten of evenementen, of op platforms en kanalen, overtredingen van het BVR plaatsvinden. Dit houdt onder andere in:
a. mensen die door WMNL of WMF zijn uitgesloten van deelname; b. mensen die op een Wikimedia-project zijn geblokkeerd, en aan wie het bestuur geen volledige of gedeeltelijk ontheffing van het verbod op deelname heeft gegeven conform BVR. art 5.5; c. mensen die zich gedragen (hebben) op een manier die d. mensen die
|
7. Melden van overtredingen van BVR7.1 Iedere aanwezige op door WMNL beheerde platforms en kanalen, of bij door WMNL georganiseerde evenementen en activiteiten, kan melding doen van een (vermoeden van) overtreding van het BVR. Dit is ook mogelijk als men zelf niet persoonlijk bij de overtreding was betrokken, maar deze heeft waargenomen. Bron: BVR 5.2 7.2 Een melding kan worden gedaan:
7.3 Een melding gebeurt altijd vertrouwelijk. WMNL is maximaal terughoudend bij het doen van mededelingen over gedane meldingen, vooral over de identiteit van personen die bij een incident betrokken zijn. Waar mogelijk zal WMNL tegemoetkomen aan wensen van betrokkenen omtrent privacy. 7.4 Ook anonieme meldingen zullen worden onderzocht. Eerste stap hierbij is het vinden van bewijs voor/bevestiging van het anoniem gerapporteerde incident. Als er geen bevestiging wordt gevonden, stopt het proces en zal het dossier worden vernietigd. . 7.5 Een melding wordt bij voorkeur zo snel mogelijk na het incident gedaan. WMNL hanteert geen termijn waarbinnen melding moet worden gedaan. Het doen van goed onderzoek naar een incident wordt echter bemoeilijkt als er veel tijd zit tussen het incident en de melding. |
8. Melding tijdens activiteit/evenement8.1 Tijdens een (online) evenement of activiteit kan melding gedaan worden bij de aangewezen BVR contactpersoon of contactpersonen, of, als de contactpersoon niet beschikbaar is, bij een medewerker of bestuurslid van WMNL. 8.2 WMNL zal bij elke evenement en activiteit, en op elk kanaal en platform, duidelijk aangeven:
8.3 De BVR contactpersoon beoordeelt direct na ontvangst van een melding of:
|
8.4 Directe actie na melding tijdens activiteit/evenement
mondeling berisping; uitsluiting van de persoon van verdere deelname; een verbod om bepaalde andere personen te benaderen; melding doen bij politie, of slachtoffers ondersteunen bij het zelf doen van een melding. 8.5 De BVR contactpersoon maakt in alle gevallen (ook wanneer geen actie wordt ondernomen) een verslag waarin wordt vermeld:
8.6 Dit rapport wordt zo snel mogelijk na de gebeurtenis gedeeld met de directeur van WMNL. De directeur beslist, eventueel in overleg met het bestuurslid BVR, of verdere acties noodzakelijk zijn. |
9. Meldingen uit kwade wil9.1 Als er evident sprake is van een melding zonder grondslag of een melding uit kwade wil kan WMNL kan besluiten om deze melding niet in behandeling te nemen. Dit besluit wordt genomen door directeur en bestuurslid BVR gezamenlijk. Indien één van beiden rechtstreeks bij de melding betrokken is, wordt het besluit om niet in behandeling te nemen genomen door het bestuur. 9.2 Indien zo’n melding wordt gedaan tijdens een activiteit of bijeenkomst wordt het besluit genomen door de BVR contactpersoon, bij voorkeur in overleg met een tweede persoon (medewerker of bestuurslid WMNL) 9.3 Indien een persoon meldingen doet uit kwade wil, of meldingen doet die geen grondslag hebben, kan dit gezien worden als een overtreding van het BVR. De directeur doet hiervan melding en het bestuur beslist over eventuele sancties. Het bestuur volgt hierbij de procedure als vastgelegd in art 10 en 11. |
10. Onderzoek van melding10.1 Uitvoering van het onderzoek
|
10.2 Horen van betrokkenen
10.3 Rapportage
|
11. Bepaling van maatregelen |
11.4 Personen die direct bij een incident betrokken waren, of een persoonlijke relatie hebben met een van de betrokken partijen, kunnen geen rol spelen bij het bepalen van sancties.
11.5 Bij het bepalen van sancties wordt in overweging genomen:
11.6 Sancties worden in principe binnen zes weken na de publicatie van het rapport meegedeeld, afhankelijk van de complexiteit van de zaak. |
12. Overleg met andere partijen12.1 Waar relevant zal WMNL bij het onderzoeken van een melding of het bepalen van sancties overleg plegen met onder andere:
12.2 WMNL kan bij het onderzoeken van een melding en/of het bepalen van sancties advies inwinnen bij externe deskundigen. |
13. Bekendmaking13.1 WMNL is maximaal terughoudend bij het delen van informatie omtrent een incident en de daarbij betrokken personen. 13.2 De (vermeende) overtreder en het (vermeende) slachtoffer krijgen een zo volledig mogelijke tekst van het definitieve rapport met beschrijving van eventuele sancties. Om redenen van privacy kan het rapport (deels) worden geanonimiseerd en/of kunnen bepaalde delen worden weggelaten, zulks ter beoordeling van WMNL. 13.3 Indien de melder van de overtreding niet het (vermeende) slachtoffer is, wordt deze uitsluitend op hoofdlijnen geïnformeerd over de afhandeling. 13.4 Binnen WMNL is de volledige tekst van het rapport in eerste instantie alleen in te zien door de persoon/personen die gemachtigd zijn een beslissing te nemen over de afhandeling c.q. het opleggen van sancties. Bij beroepszaken krijgt ook het afhandelende beroepsorgaan inzicht. |
14. Rapportage over BVR beleid14.1 WMNL houdt een volledig en actueel overzicht bij van ontvangen meldingen van mogelijke overtredingen van de BVR, afhandelingsstatus en eventuele opgelegde sancties. 14.2 Een geanonimiseerde versie van dit overzicht is in te zien via de Verenigingswiki. 14.3 De directeur rapporteert twee keer per jaar aan het bestuur over ontvangen meldingen in het kader van het BVR, en de afhandeling van deze meldingen. Het bestuurslid BVR heeft volledige inzage in de dossiers. 14.4 Het jaarverslag van WMNL bevat een BVR paragraaf waarin op hoofdlijnen wordt gerapporteerd. Deze rapportage omvat ten minste het aantal ontvangen meldingen, het aantal in behandeling genomen meldingen, het aantal keren dat een sanctie is opgelegd en welke sanctie, en het aantal beroepszaken. Deze paragraaf wordt als apart agendapunt besproken tijdens de ALV. |
15. Dossiervorming15. Van elke melding wordt een dossier gemaakt, met een uniek zaaknummer. Alle correspondentie, gespreksverslagen en documentatie van besluitvorming rondom een melding wordt in dit dossier bewaard. Dit geldt ook voor meldingen die tijdens een activiteit of bijeenkomst zijn afgehandeld. 15.2 Tot deze dossiers hebben alleen toegang de directeur van WMNL en het verantwoordelijke bestuurslid, en het bestuur en de commissie BVR als het gaat om de behandeling van beroepszaken. 15.3 De persoon over wie een melding is gedaan of tegen wie een maatregel is uitgesproken kan inzage vragen tot het dossier over hun zaak. Dit verzoek wordt in principe gehonoreerd, waarbij WMNL eventueel delen van het dossier zal anonimiseren om de privacy van andere betrokken te garanderen. 15.4 Een lijst van personen tegen wie een sanctie loopt is in te zien voor BVR contactpersonen, medewerkers van WMNL en het bestuurslid BVR. 15.5 Dossiers over BVR meldingen blijven bewaard tot twee jaar na de afhandeling van de melding, of tot tenminste twee jaar na het verlopen van een eventuele sanctie, waarna het zal worden vernietigd. 15.6 Indien de persoon aan wie een sanctie is opgelegd binnen de termijn van twee jaar weer een sanctie krijgt, is dit reden om het oorspronkelijke dossier wat betreft bewaartermijnen te koppelen aan het nieuwere dossier. |
16. Beroep16.1 Zowel de persoon die melding heeft gedaan van een veronderstelde overtreding van het BVR, als de persoon tegen wie sancties worden genomen, als andere direct bij het incident betrokkenen, hebben de mogelijkheid tot beroep tegen beslissingen. 16.2 Beroep moet schriftelijk worden ingediend bij:
In sommige gevallen is een uiterst beroep mogelijk bij de U4C of andere high level decision making bodies binnen WMF. 16.3 Beroep moet maximaal 8 weken na bekendmaking van de oorspronkelijke beslissing worden ingediend. 16.4 Tegen beslissingen in het kader van de BVR die tijdens een bijeenkomst of activiteit zijn genomen is tijdens die bijeenkomst geen beroep mogelijk. Wel is het mogelijk om na de bijeenkomst schriftelijk beroep aan te tekenen. |
17. Ondersteunen van betrokkenen17.1 WMNL zal desgewenst betrokkenen bij een overtreding van de BVR begeleiding en ondersteuning bieden om hen in staat te stellen weer met vertrouwen en plezier te kunnen deelnemen aan de activiteiten en bijeenkomsten van de vereniging. 17.2 WMNL zal zich inspannen om personen aan wie een sanctie is opgelegd weer in staat te stellen om deel te nemen aan activiteiten en bijeenkomsten, als de sanctie eenmaal is afgelopen. Hierbij is te denken aan het aanbieden van trainingen en/of persoonlijke begeleiding. |